positie en grootte van het scherpstellingsbereikzoekerframe verandert.
Als u op de knop drukt terwijl [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Uitgebr.
flexibel punt], kunt u de positie van het scherpstellingsbereikzoekerframe
veranderen door op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel
te drukken.U kunt stilstaande beelden opnemen terwijl u de positie van het
scherpstellingsbereikzoekerframe verandert.
Wanneer u op de knop drukt terwijl de [Scherpstelgebied] is ingesteld op
[Breed] of [Midden] en [Centr. AF-vergrend.] is [Aan], wordt [Centr. AF-
vergrend.] geactiveerd.
Opmerking
U kunt twee functies toewijzen aan dezelfde knop om verschillende functies te
gebruiken tijdens opnemen en weergeven.
De knoppen waaraan functies kunnen worden toegewezen zijn verschillend
voor [Eigen toets(opname)] en [Eigen toets(WG)].
Sommige functies kunnen niet worden toegewezen aan bepaalde knoppen.
[138] Hoe te gebruiken
voor handig gebruik
Werking van het besturingswiel
Nadat u een functie hebt toegewezen aan het besturingswiel, kunt u die functie
uitvoeren door eenvoudig het wiel te draaien wanneer het opname-
informatiescherm wordt afgebeeld.
1. MENU →
[Bedieningswiel] → gewenste instelling.
De functies die kunnen worden toegewezen worden afgebeeld op het
instelitemselectiescherm.
[139] Hoe te gebruiken
voor handig gebruik
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Eigen toets(opname)] →
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties aanpassen
De opnamefuncties aanpassen