Advertenties
6 Bediening
Parameter
6.2.1
Opwarmoptimalisatie
6.2.2
Opwarmoptim.
(1
vervroeging max.
6.2.3
Gebouwconstructie
6.2.4
Ruimtethermo-
(1
staatfunctie
6.2.5
Ruimtevoelerinvloed
6.2.6
Ruimteregeling I-
aandeel
6.2.7
Vorstbev. volgens
buitentemperatuur
(1
Fabrieksinstelling in functie van het ingestelde stookkringtype [hfst. 11.8].
83323607 1/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende gasketel WTC-GB 80-A en WTC-GB 100-A
6.6.6.2 Regelgedrag
Regel-
Stookkringen
gedrag
Instelling
Opdat de gewenste ruimtetemperatuur tegen het begin van het stookprogramma
het ingestelde niveau bereikt zou hebben, wordt de inschakeltijd van het
stookbegin vervroegd.
Uit:
Opwarmoptimalisatie niet actief.
Aan:
Opwarmoptimalisatie actief.
Beperkt de maximale tijdspanne waarvoor het verwarmingsbegin van een
geactiveerde Opwarmoptimalisatie vervoegd kan worden.
Bij weersafhankelijke regeling beïnvloedt de gemengde buitentemperatuur de
gewenste vertrektemperatuur. De invloed is afhankelijk van de gebouwconstructie.
Hoe beter (zwaarder) de gebouwconstructie, hoe trager de invloed.
zeer licht ... zeer zwaar
De ruimtethermostaatfunctie schakelt de stookkring uit als de ruimtetemperatuur
hoger ligt dan de Gewenste ruimtetemp. + schakeldifferentieel.
Uit:
Ruimtethermostaatfunctie niet actief.
Aan:
Ruimtethermostaatfunctie actief.
Aan bij verlaging:
Ruimtethermostaatfunctie enkel actief bij niveau Verlaging .
Schakeldifferentieel:
Als de actuele ruimtetemperatuur de ingestelde gewenste ruimtetemperatuur met
het schakeldifferentieel overschrijdt, wordt de stookkring uitgeschakeld.
Bij ruimtegestuurde regeling wordt de gewenste vertrektemperatuur beïnvloed
door het verschil tussen de actuele ruimtetemperatuur en de ingestelde gewenste
ruimtetemperatuur. Hoe hoger de ingestelde waarde van de Ruimtevoelerinvloed,
hoe groter de invloed op de vertrektemperatuur.
Bij actieve PI-ruimteregeling wordt een exacte regeling van de gewenste
ruimtetemperatuur bereikt.
Aan:
PI-ruimteregeling actief.
Uit:
PI-ruimteregeling niet actief.
Integratietijd:
Hoe kleiner de ingestelde integratietijd, hoe sneller een regelafwijking bijgesteld
wordt. Bij een te laag ingestelde tijd heeft de regelaar de neiging om te pendelen.
Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, is de
installatievorstbeveiliging actief.
74-196
Advertenties
