10 Foutopsporing
De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Fout
Oorzaak
F 21
Verbrandingsautom.:
Geen vlamvorming bij branderstart
EM SOL:
Fout in DTR (verschiltemperatuur-regelaar)
F 23
Vlamsimulatie
F 24
Branderblokkeringsfunctie actief
F 30
Vertrekvoeler (eSTB) defect
F 31
Rookgasvoeler defect
F 32
Evenwichtsflesvoeler (B2) defect
F 33
Buitenvoeler (B1) defect
F 34
Warmwatervoeler (B3) defect
F 36
Installatiedruk buiten bereik
[hfst. 3.3.3.2]
F 38
T1-voeler op extra module defect
F 39
T2-voeler op extra module defect
F 40
Pomp intern meldt elektronicafout
F 41
Fout bij gasventielcontrole
F 42
Pomp intern geblokkeerd
F 43
Ventilatortoerental wordt niet
bereikt
F 44
Probleem bij ventilatorstilstand
F 45
Ventielstromen buiten tolerantie
83323607 1/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende gasketel WTC-GB 80-A en WTC-GB 100-A
136-196
Oplossing
Gasaansluitdruk controleren [hfst. 7.1.2]
(stromingsbeveiliging).
Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen
[hfst. 9.4].
Branderoppervlak reinigen en evt. vervangen
[hfst. 9.3].
Verbrandingslucht op vuildeeltjes controleren.
Ontstekingsinrichting controleren, evt. vervangen.
Vlamvormingstijd te lang, parameter
2.3.1 Correctie gasdebiet bij de
start stapsgewijs verhogen, daarbij CO-
gehalte in acht nemen [hfst. 6.6.2.3].
Bij ruimteluchtonafhankelijke werking, dichtheid
van het rookgassysteem controleren [hfst. 7.3].
Ervoor zorgen dat de rookgasafvoerkanalen vrij
zijn.
Condensaatafvoer controleren.
Rookgasafsluitinrichting controleren, evt.
vervangen.
Gascombiventiel en leiding controleren, evt.
vervangen.
Wachten tot het regeldifferentieel tussen
voeler T2 en T3 bereikt is.
Bij het herhaaldelijk optreden parameter
3.2.5. Regeldifferentieel en/of
parameter 3.1.5 Debiet minimaal
verlagen.
Fases en aarding controleren.
EMV-maatregelen optimaliseren.
Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden
toestelelektronica WEM-FA-G vervangen.
Aangesloten componenten op ingang H1 en/of
H2 van de WTC controleren.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Installatiedruk controleren, evt. bijvullen of aflaten.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
Circulatiepomp controleren, evt. vervangen.
Gascombiventiel en leiding controleren, evt.
vervangen.
Blokkering verhelpen.
Circulatiepomp controleren, evt. vervangen.
Ventilator en leiding controleren, evt. vervangen.
Ventilator en leiding controleren, evt. vervangen.
Gascombiventiel en leiding controleren, evt.
vervangen.