6 Bediening
Parameter
2.2.11
Debiet maximaal
2.2.12
Traagheid pomp intern
2.2.15
Pompnalooptijd
Parameter
2.3.1
Correctie gasdebiet bij
de start
2.3.2
Correctie vermogen bij
de start
2.3.3
Corr. toerent. vgl.
rookgasafv.lengte
2.3.4
Correctie vermogen
minimaal
2.3.5
Correctie gaskick bij
de start
2.3.6
Gasventiel offset
geheugen
2.3.7
Rookgastemperatuur
maximaal
83323607 1/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende gasketel WTC-GB 80-A en WTC-GB 100-A
Instelling
Maximaal toegelaten debiet bij buffervatlading.
Legt vast hoe snel de pomp op een verandering van het temperatuurverschil
tussen vertrek/evenwichtsfles reageert.
De parameter werkt enkel als de parameter 2.2.1 Pomp intern
verwarming op Evenwichtsflesregeling staat.
Als de brander uitgeschakeld wordt, loopt de pomp voor de ingestelde tijd verder.
De parameter werkt enkel als de parameter 2.2.1 Pomp intern
verwarming of 2.2.2 Pomp intern warm water op
Vermogensprop. met pomp uit of Evenwichtsflesreg. met pomp
uit staat.
6.6.2.3 Verbranding
WTC-G ...
Verbranding
Instelling
Verandert het gasdebiet bij de ontsteking.
Verandert het vermogen (ventilatortoerental) bij de ontsteking.
Verandert het ventilatortoerental over het volledige vermogensbereik.
De luchtzijdige weerstand door lange rookgaskanalen kan daardoor
gecompenseerd worden.
Het minimale vermogen (ventilatortoerental) kan procentueel verhoogd worden.
Hiermee wordt het gasdebiet na vlamdetectie tijdens de veiligheidstijd aangepast.
Verandert het aanstuursignaal voor de regelspoel van het gascombiventiel.
Variabele waarde die na de start bij minimaal vermogen opnieuw berekend wordt.
Als de rookgastemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, stopt de brander
[hfst. 3.3.3].
Als er een kunststof-rookgassysteem aangesloten wordt dat niet voor
rookgastemperaturen gaande tot 120 °C toegelaten is, moet de waarde
overeenkomstig gereduceerd worden.
68-196