Verwarming
Aanschakelcriterium
Uitschakelcriterium
Warmwatermodus na de evenwichtsfles
Aanschakelcriterium
Uitschakelcriterium
Warmwatermodus vóór de evenwichtsfles
Aanschakelcriterium
Uitschakelcriterium
N1
1 M
83323607 1/2021-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende gasketel WTC-GB 80-A en WTC-GB 100-A
11.2.8 Evenwichtsflesregeling
Het toestel moduleert het vermogen tijdens de verwarmingsmodus in functie van de
evenwichtsflestemperatuur.
Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het
temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler B2 en vertrekvoeler. De functie
kan via parameter 5.2.1 Temp. diff. vertrek / evenwichtsfles
pomp aan de omstandigheden van de installatie aangepast worden [hfst. 6.6.5.2].
Daar de regeling tijdens de warmwatermodus een invloed uitoefent op de interne
vertrekvoeler of de evenwichtsflesvoeler B2 (afhankelijk van de hydraulicavariante),
is een warmwaterlading voor de hydraulische evenwichtsfles mogelijk.
Evenwichtsflesvoeler aan ingang B2 aansluiten [hfst. 5.6.1].
B2 < gewenste vertrekwaarde − 2.1.5 Schakeldifferentieel regelaar
verwarming
B2 > gewenste vertrekwaarde + 2.1.5 Schakeldifferentieel regelaar
verwarming
B2 < gewenste vertrektemperatuur
B2 > gewenste vertrekwaarde + 2.1.6 Schakeldifferentieel regelaar
warm water
Vertrek VPT < gewenste vertrekwaarde
Vertrek VPT > gewenste vertrekwaarde + 2.1.6 Schakeldifferentieel
regelaar verwarming
11.3 Sturingsvarianten
Afstandssturing temperatuur 0 ... 10 V
Voor de temperatuur-afstandssturing is een extra module nodig.
Analoog signaal 0 ... 10 V op ingang N1 aansluiten; daarbij op de polariteit
letten [hfst. 5.6.1].
Signaal wordt als gewenste vertrekwaarde geïnterpreteerd.
3 V
Minimale vertrektemperatuur (P 4.3)
10 V
Maximale vertrektemperatuur (P 4.4)
2 ... 3 V
Brander uit
<2 V
Fout signaal (na ca. 15 minuten F 80)
De spanningsgrenzen voor de branderuitschakeling en foutmelding kunnen
aangepast worden [hfst. 6.6.4].
Verwarming met speciaal niveau
Bij gesloten ingang H1 verwarmt de installatie tot het in parameter Speciaal
niveau ingestelde temperatuurniveau [hfst. 6.5.3]. Er wordt rekening gehouden
met hogere gewenste waarden van andere stookkringen. De warmwaterlading heeft
in het algemeen voorrang. Bij open contact wordt de keteltemperatuur volgens de
beschikbare regelingsvariante vastgelegd.
Deze functie kan ook in zomermodus gebruikt worden.
Parameter 10.5.1.4 Ingang H1 op Stookkring 1: speciaal
niveau instellen [hfst. 6.6.10.8].
151-196
11 Technische documenten