30
Met een telefoonprofiel kunt u ver-
schillende instellingen in één keer
doorvoeren, bijvoorbeeld om het
toestel aan het geluidsniveau van de
omgeving aan te passen.
• Er zijn vijf profielen met standaar-
dinstellingen voorgeprogram-
meerd die kunnen worden
gewijzigd:
Norm. omgev., Stille om-
gev., Luidr. omgev., Carkit, Headset
• Twee profielen kunt u naar wens
instellen (<Naamloos>).
• Het speciale profiel
kunt u niet wijzigen.
Activeren
K
§Menu§
Profielen
G
Standaardprofiel of per-
soonlijk profiel selecte-
ren.
Profiel activeren.
§Kies§
¾
Norm. omgev.
½
Stille omgev.
¾
Luidr. omgev.
Opties
Instellingen
G
Profiel selecteren.
Menu openen en
§Opties§
wijzigen
Er wordt een lijst met mo-
gelijke functies weerge-
geven.
Profielen
Vliegt.-modus
Kies
Inst.
selecteren.
Carkit
Alleen bij gebruik van een originele
Siemens-Car Kit (pagina 42) wordt
het profiel automatisch geactiveerd
wanneer u de telefoon in de houder
plaatst.
Headset
Alleen bij gebruik van een originele
Siemens-headset (pagina 42) wordt
het profiel automatisch geactiveerd
wanneer u de headset aansluit.
Vliegt.-modus
Alle herinneringen (afspraken, wek-
ker) zijn uitgeschakeld. Dit profiel
kan niet worden gewijzigd. Als u dit pro-
fiel selecteert, wordt het toestel uit-
geschakeld.
Activeren
G
Naar
ren.
Profiel inschakelen.
§Kies§
U moet nu eerst uw keuze
bevestigen. Het toestel
wordt automatisch uitge-
schakeld.
Normaal gebruik
Als u het toestel weer inschakelt en
voor normaal gebruik kiest, wordt
het eerder ingestelde profiel auto-
matisch weer geactiveerd.
blade-
Vliegt.-modus