Inhoudsopgave
Advertenties
Toestel en SIM-kaart zijn met ver-
schillende codes tegen misbruik be-
veiligd.
Bewaar deze codes op een veilige
plaats, maar wel zo dat u ze later weer
kunt terugvinden!
K
§Menu§
Instellingen
K
Selecteer vervolgens een
functie.
Codes
PIN-gebruik
Gewoonlijk wordt, nadat u het toe-
stel hebt ingeschakeld, gevraagd om
een PIN-code. U kunt deze controle
uitschakelen, maar dan is het moge-
lijk dat onbevoegden uw telefoon
gebruiken. Bij sommige netwerkaan-
bieders kan de controle helemaal
niet worden uitgeschakeld.
indrukken.
§Kies§
J
PIN invoeren.
Invoer bevestigen.
§OK§
indrukken.
§Wijzigen§
Bevestigen.
§OK§
PIN wijzigen
U kunt de PIN-code veranderen in
een ander nummer met vier tot acht
cijfers dat u beter kunt onthouden.
J
Huidige PIN-code invoe-
ren.
indrukken.
§OK§
J
§OK§
Nieuwe PIN-code invoeren.
,
J
Nieuwe PIN-code nog een
§OK§
,
keer invoeren.
Beveiliging
K
Beveiliging
PIN2 wijzigen
(Alleen als PIN2 beschikbaar is)
Procedure zoals bij
Tel.code wijz.
De eerste keer dat u een door de toe-
stelcode beveiligde functie gebruikt,
kunt u deze code zelf invoeren (4 tot
8 cijfers). De code geldt vervolgens
voor alle op deze manier beveiligde
functies. Als u de code drie keer ver-
keerd invoert, wordt het toestel ge-
blokkeerd. Neem in een dergelijk ge-
val contact op met de klantenservice
van Siemens (pagina 51).
Blokkering van SIM-kaart
opheffen
Als drie keer een onjuiste PIN-code is
ingevoerd, wordt de SIM-kaart ge-
blokkeerd. Voer de door uw netwer-
kaanbieder bij de SIM-kaart verstrek-
te PUK-code (MASTER PIN) in
volgens de daarvoor geldende in-
structies. Als u de PUK (MASTER PIN)
kwijt bent, moet u contact opnemen
met de netwerkaanbieder.
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
schakeld, is een bevestiging bij het
inschakelen nodig. Zo wordt voorko-
men dat de telefoon per ongeluk
wordt ingeschakeld.
B
Lang indrukken.
indrukken. Telefoon
§OK§
wordt ingeschakeld.
11
PIN
wijzigen.
Advertenties
Inhoudsopgave
