Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
5. Starten/hulpsysteem voor dalen
Wanneer de schakelaar naar voren wordt geduwd,
wordt de startmotor geactiveerd om de motor te starten.
Wanneer de schakelaar naar achteren wort geduwd,
wordt het hulpsysteem voor dalen ingeschakeld waar-
door de giek en jib kunnen worden neergelaten in geval
van een motorstoring. Voor het regelen van de kleppen
en het neerlaten van de gieken en jib wordt gebruik
gemaakt van de zwaartekracht. Met dit bedieningsele-
ment zijn de volgende functies beschikbaar:
•Hoofdgiek omlaag
•Torengiek omlaag
•Jib omlaag
6. Brandstofkeuze (alleen bij motor voor twee soorten
brandstof) (indien aanwezig).
Door de schakelaar in de betreffende stand te zetten,
kan men benzine of LPG kiezen.
3-10
7. Opheffen rijrichting
Wanneer de giek over of voorbij de achterbanden in een
van beide richtingen wordt gezwenkt, gaat de rijrich-
tingsindicator branden als de rijfunctie wordt gekozen.
Druk op deze schakelaar, laat hem los en beweeg de rij/
stuurregelaar binnen 3 seconden om rijden of sturen te
activeren. Controleer de zwart/witte richtingpijlen op het
chassis en het platformbedieningsstation voordat u gaat
rijden. Verplaats de rijregelaars in de richting die over-
eenkomt met de richtingpijlen.
OPMERKING: Om de rijregelaar (joystick) te bedienen, trekt u de
borgring onder de hendel omhoog.
OPMERKING: De rijregelaar (joystick) is veerbekrachtigd en gaat
automatisch terug naar de neutrale stand (uit) wan-
neer deze wordt losgelaten.
8. Rijden/sturen
Naar voren duwen om vooruit te rijden, naar achteren
trekken om achteruit te rijden. Sturen vindt plaats via
een met de duim geactiveerde tuimelschakelaar aan het
uiteinde van de stuurhendel.
– JLG Hoogwerker –
3123269
Advertenties
Inhoudsopgave
