7 Inbedrijfstelling
83299907 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gasbrander WG30.../1-C ZM-LN
7.3 Drukwachter instellen
7.3.1 Gasdrukwachter instellen
Min. gasdrukwachter/gasdrukwachter-dichtheidscontrole
Het schakelpunt moet bij de instelling getest en evt. bijgesteld worden.
Drukmeettoestel aan meetpunt 1 van de min. gasdrukwachter aansluiten.
Brander in bedrijf stellen en lopen naar vollast.
Gaskogelkraan langzaam sluiten tot ofwel:
O
-gehalte in rookgas boven 7 % stijgt;
2
de vlamstabiliteit merkbaar verslechtert;
CO-gehalte stijgt;
de gasdruk 12 mbar bereikt;
of gasstromingsdruk tot 50 % daalt.
Gasdruk bepalen.
Gaskogelkraan langzaam openen.
De bepaalde druk als schakelpunt aan de instelschijf 2 instellen, minimale
waarde 12 mbar.
Schakelpunt controleren
Brander opnieuw in bedrijf stellen.
Gaskogelkraan langzaam sluiten.
Als het gasgebrekprogramma start, is de gasdrukwachter correct ingesteld.
Als er een storingsuitschakeling is, of als de verbranding een kritieke toestand
bereikt, schakelt de gasdrukwachter te laat.
Wanneer er een storingsuitschakeling is:
Schakelpunt op de instelschijf 2 verhogen.
Gaskogelkraan langzaam openen.
Schakelpunt opnieuw controleren.
1
2
Max. gasdrukwachter instellen (optioneel)
Afhankelijk van de brandertoepassing is de optionele uitrusting nodig [hfst. 12.1].
Max. gasdrukwachter op 1,3 × P
64-124
(stromingsdruk bij vollast) instellen.
Gas vollast