7 Inbedrijfstelling
Voorbeeld
3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
-0,5
-1,0
-1,5
2
-2,0
0
25
1
83299907 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gasbrander WG30.../1-C ZM-LN
7.1.6 Instelwaarden
Menginrichting overeenkomstig het vereiste warmtevermogen instellen. Daartoe
stuwschijfpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen.
Stuwschijfpositie en luchtkleppositie bepalen
De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn.
Nodige stuwschijfpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en
noteren.
Vereist brandervermogen
Vuurhaarddruk
Stuwschijfpositie (maat X)
Luchtkleppositie
30°
40°
3
20°
10°
50
75
100
125
150
1 Warmtevermogen [kW]
2 Vuurhaarddruk [mbar]
3 Luchtkleppositie
4 Stuwschijfpositie [mm] (maat X)
5 Instelbereik luchtklep bij stuwschijfpositie gesloten (X = 0 mm)
6 Instelbereik maat X bij luchtkleppositie > 80°
Voorbeeld 1
165 kW
0,8 mbar
0 mm
37°
50° 60°70°80°
0
175
200
225
250
275
48-124
Voorbeeld 2
285 kW
1,8 mbar
8 mm
> 80°
5
6
15
5
10
4
300
325
350
375
400