83299907 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gasbrander WG30.../1-C ZM-LN
9. Werkingspunten optimaliseren
Verbrandingswaarden controleren.
Toets [G] ingedrukt houden en met [–] of [+] verbrandingswaarden
optimaliseren.
Op toets [+] drukken.
De brander loopt naar het volgende werkingspunt.
Stappen bij elk werkingspunt herhalen, tot P9 bereikt is.
Toetsen [G] en [L/A] tegelijkertijd indrukken.
De bovenste werkingsgrens (bo) wordt aangegeven.
10. Kleinlast instellen
Toetsen [G] en [L/A] tegelijkertijd indrukken.
De brander loopt naar kleinlast.
De onderste werkingsgrens (bu) wordt aangegeven.
Kleinlast definiëren, daarbij letten op:
Gegevens van de ketelproducent
Arbeidsveld van de brander [hfst. 3.4.6]
Gasdebiet bepalen, evt. met toets [+] kleinlast (bu) instellen.
Toetsen [G] en [L/A] tegelijkertijd indrukken.
De verbrandingsmanager gaat over naar het werkingsmenu (10).
Verbrandingsmanager is geprogrammeerd.
11. Startgedrag controleren
Brander uitschakelen en opnieuw starten.
Startgedrag controleren en evt. werkingspunt P0 (ontstekingspositie)
corrigeren.
Als de ontstekingspositie veranderd werd:
Branderstart opnieuw controleren.
55-124
7 Inbedrijfstelling