VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM
5 VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM
5.1
Inbedrijfstelling
9
Het onderhoud en de afstelling van het apparaat moet
minstens een keer per jaar worden uitgevoerd door de
Technische Klantenservice of door bekwaam professioneel
personeel conform alle geldende nationale en plaatselijke
normen.
9
Een slecht onderhoud of verkeerde afstelling kan het appa-
raat beschadigen en lichamelijke letsels of een gevaarlijke
situatie veroorzaken.
9
Het openen en eventueel verwijderen van het paneelwerk
mogen niet door de verantwoordelijke van de installatie
worden uitgevoerd. Deze handelingen mogen alleen wor-
den uitgevoerd door de Technische Klantenservice of door
bekwaam professioneel personeel.
De eerste inbedrijfstelling van de thermische module TAU Unit
R
moet worden uitgevoerd door de Technische Klantenser-
vice
waarna het apparaat automatisch functioneert.
R
Het kan wel gebeuren dat de verantwoordelijke van de installa-
tie het apparaat zelfstandig in werking moet stellen zonder de
Technische Klantenservicehierbij te betrekken; bijvoorbeeld na
een lange afwezigheid.
In deze gevallen moet de verantwoordelijke voor de installatie
de volgende controles en handelingen uitvoeren:
− Controleer dat de brandstof- en waterkleppen van de
verwarmingsinstallatie open zijn
− Controleren of de druk van het hydraulisch circuit bij
koud water altijd hoger is dan 1 bar en lager dan de
maximumlimiet die voor het apparaat voorzien is
− Stel de omgevingsthermostaten voor hoge en lage tem-
peratuur van de zones in op de gewenste temperatuur
(~20°C) of controleer, als de installaties zijn uitgerust met
een programmeerbare thermostaat of programmeerbare
schakelklok, of die actief en ingesteld is (~20°C)
− Zet de hoofdschakelaar van de installatie op ingescha-
keld (ON) en de hoofdschakelaar van de thermische mo-
dule op (I).
Het apparaat voert de ontstekingsfase uit en eenmaal ingescha-
keld blijft het in werking totdat de ingestelde temperaturen zijn
bereikt.
Daarna zal het apparaat naar aanleiding van de gewenste tem-
peratuur automatisch starten en stoppen zonder dat daarvoor
verdere ingrepen nodig zijn.
Indien er zich tijdens de ontsteking of de werking storingen
voordoen, verschijnt op het display een foutcode waarmee de
mogelijke oorzaak zoals aangegeven in de paragraaf "Fouten-
lijst" kan worden opgespoord.
9
Bij een permanente fout drukt u op de toets "RESET" om de
startvoorwaarden te herstellen en dan wacht u terwijl de
thermische module herstart.
Als dit geen resultaat heeft, kan deze handeling maximaal 2-3
keer herhaald worden, waarna de hulp van de
Klantenservice van ingeroepen moet worden.
Verantwoordelijke voor het systeem
78
Technische
R