INSTALLATIE
Par.
Weergave
Menu
Nr.
Display
De waarde van deze parameter wordt bepaald door de Par.
97.
0 = Uitgeschakeld
1= Algemene circulatiepomp
2= Verwarmingscirculatiepomp
3= ACS-circulatiepomp
4 = Systeemcirculatiepomp
5 = Cascadecirculatiepomp
Progr. uitg.
M1
128
4.
6 = Alarmrelais
7 = Vulklep
8 = LPG-magneetklep
9 = Externe ontsteker
10 = Luchtklep
14 = Alarm brander CC
15 = Status brander CC
19 = Antilegionella circulatiepomp
De waarde van deze parameter wordt bepaald door de Par.
97.
0 = Uitgeschakeld
1= Algemene circulatiepomp
2= Verwarmingscirculatiepomp
3= ACS-circulatiepomp
4 = Systeemcirculatiepomp
Progr. uitg.
5 = Cascadecirculatiepomp
M1
187
5.
6 = Alarmrelais
7 = Vulklep
8 = LPG-magneetklep
9 = Externe ontsteker
10 = Luchtklep
14 = Alarm brander CC
15 = Status brander CC
19 = Antilegionella circulatiepomp
Debietme-
M1
129
Bepaalt het gebruikte type debietmeter.
ter
Schaalfac-
M1
130
Definieert de schaalfactor voor de debietmeter.
tor debiet
M1
131
Min. druk
Definieert de minimum drukwaarde van de installatie.
DeltaT mo-
Bepaalt de ingestelde delta T voor de werking van de mo-
M1
133
dulerende
dulerende circulatiepomp.
pomp
Tijd Insch.
Bepaalt de tijd in seconden vanaf de inschakeling van
modu-
de brander om met de modulatie van de circulatiepomp
M1
134
lerende
te beginnen en voor de in Par. 133 beschreven delta T te
pomp
zorgen.
Definieert het geïnstalleerde PWM-circulatiepomp model.
Type mo-
0 = Wilo Yonos
M1
135
dulerende
1 = Salmson
pomp
2 = Grundfos
Bepaalt of de circulatiepomp van de ketel is ingeschakeld
Modus mo-
in de modulerende modus of als ze in werking is gesteld
M1
136
dulerende
aan een vaste snelheid (in percentage van de maximum-
pomp
snelheid).
Min. verm.
Bepaalt het snelheidspercentage dat de minimumsnel-
modu-
M1
137
heid die tijdens de modulatie door de circulatiepomp kan
lerende
worden bereikt.
pomp
Waarde die varieert in functie van de configuratie van de
inrichting op basis van de Par. 97 en 98. Deze waarde wordt
Type inrich-
M1
138
berekend door de kaart, die op basis van interne logica in
ting
een enkel nummer bepaalt wat er is ingesteld in de Par. 97
en 98.
Beschrijving
36
Fa-
Bereik
brieksin-
UM
stelling
0...10,14,15,19
0
0...10,14,15,19
1
Bitron, Huba:
DN8, DN10,
Huba
DN15, DN20,
DN25
DN25
0...25.5
3,2(*)
Off,
0,1
bar
0.3,0.4...5.0
5...40
15
°C
0...255
120
Sec.
0...2
2
On/Off
Modulating
Modula-
Fixed 20%
ting
Fixed 30%...
Fixed 100%
0...100
30
%
Hangt af
van het
0...255
ketelmo-
del
Toe-
gangs-
Categorie
type
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen
Alge-
I
meen