Afdrukken vanuit Windows
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 Selecteer de opdracht Afdrukken om de taak af te drukken.
NLWW
Controleer of de printer papier bevat.
Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling of een dergelijke opdracht. Controleer of de
printerinstellingen juist zijn voor het document.
Klik in het menu Bestand op Afdrukken, Printerinstellingen of een dergelijke opdracht.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Selecteer deze printer en wijzig de instellingen die u wilt. Wijzig geen instellingen (zoals het
paginaformaat of de afdrukstand) die u instelt in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Als bij deze afdruktaak papier van een standaardformaat en -gewicht wordt gebruikt, hoeft u
de instellingen voor Bron (lade), Soort of Formaat waarschijnlijk niet te wijzigen en kunt u
naar stap 7 gaan. Als dit niet het geval is, gaat u naar de volgende stap.
Als bij deze afdruktaak geen papier van een standaardformaat of -gewicht wordt gebruikt,
kiest u hoe de printer papier selecteert.
• Selecteer bij afdrukken op Bron (lade) zo mogelijk de lade in het dialoogvenster
Afdrukken.
• Voor afdrukken op Bron (lade) wanneer deze instelling niet beschikbaar is in het
dialoogvenster Afdrukken, klikt u op Eigenschappen en selecteert u op het tabblad
Papier de lade in het veld voor de Bron.
• Klik voor afdrukken op Soort of Formaat op Eigenschappen en selecteer op het tabblad
Papier het soort of formaat in het veld voor Soort of Formaat. (Bij sommige soorten
papier zoals briefpapier, stelt u zowel soort als formaat in.) Druk altijd af op soort bij
speciale afdrukmaterialen zoals etiketten of transparanten met grijsschaal.
Klik op Eigenschappen als u dat nog niet had gedaan. De printerdriver verschijnt.
Wijzig de gewenste instellingen op de verschillende tabbladen die niet in het dialoogvenster
Pagina-instelling of Afdrukken voorkwamen. Voor meer informatie over
printercommunicaties, zie
Er wordt standaard naar de bovenste uitvoerbak afgedrukt, wat voor de meeste afdruktaken,
inclusief transparanten met grijswaarden, de beste optie is. Voor etiketten, zwaar papier of
andere speciale afdrukmaterialen doet u de achterste uitvoerklep op de printer omlaag.
"Functies in de printerdriver" op pagina
38.
Hoofdstuk 2 Afdruktaken 35