Een taak afdrukken
Deze sectie bevat basisafdrukinstructies. Bij wijzigingen in de printerinstellingen is er een
hiërarchie wat de volgorde van de wijzigingen betreft. (De namen van opdrachten en
dialoogvensters kunnen per programma verschillen.)
Afdrukken op Bron of op Soort of Formaat
Drie instellingen zijn van invloed op hoe de printerdriver probeert papier op te nemen bij een
afdruktaak. Deze instellingen, bron, soort en formaat, verschijnen in het dialoogvenster Pagina-
instelling of Afdrukken van uw programma, of in de printerdriver. De printer kiest automatisch
een lade als u deze instellingen niet wijzigt. Als u deze instellingen wilt wijzigen, kunt u afdrukken
op bron, op soort, op formaat of op soort en formaat. (Bij Macintosh zijn soorten en formaten
beide beschikbaar via het vervolgmenu Papierbron.)
34 Afdruktaken
Pagina-instelling, dialoogvenster. Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u klikt op Pagina-
instelling of een dergelijke opdracht in het menu Bestand. Dit dialoogvenster is onderdeel
van het programma waarin u werkt. De instellingen die u hier wijzigt, hebben voorrang boven
alle andere instellingen.
Dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u klikt op Afdrukken,
Printerinstellingen of een dergelijke opdracht in het menu Bestand. Dit dialoogvenster
hoort eveneens bij het programma, maar heeft een lagere prioriteit dan het dialoogvenster
Pagina-instelling. Wijzigingen in het dialoogvenster Afdrukken hebben geen voorrang
boven wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling. De instellingen die u hier wijzigt,
hebben wel voorrang boven de instellingen die u in de printerdriver wijzigt.
Printerdrivers. De printerdriver verschijnt wanneer u klikt op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken. De instellingen die u hier wijzigt, hebben geen voorrang boven
alle andere instellingen. (Bij Macintosh zijn de instellingen van de printerdriver geïntegreerd
in het dialoogvenster Afdrukken.)
Bron. Afdrukken op bron wil zeggen dat u een specifieke lade kiest voor het afdrukken. De
printer probeert altijd vanuit deze lade af te drukken, ongeacht het soort of formaat dat de
lade bevat. Als u echter een lade kiest die via de ingebouwde webserver is geconfigureerd
voor een soort of formaat dat niet geschikt is voor de afdruktaak, wordt niet automatisch
afgedrukt. In plaats daarvan wordt gewacht tot u de gekozen lade vult met het juiste soort of
formaat afdrukmateriaal voor de afdruktaak. Als u de lade hebt gevuld, begint te printer met
afdrukken. (Als de printer niet begint met afdrukken, dient u de lade te configureren
overeenkomstig het formaat en soort afdruktaak.) Of druk op
andere lade proberen af te drukken.
Soort of formaat. Afdrukken op soort of formaat wil zeggen dat voor het afdrukken de eerste
lade wordt gebruikt met het gewenste soort of formaat papier of afdrukmateriaal. Druk altijd
af op soort bij speciale afdrukmaterialen zoals etiketten of transparanten met grijsschaal.
• Als u op soort of formaat wilt afdrukken en de laden niet via de ingebouwde webserver
zijn geconfigureerd voor een bepaald soort of formaat, vult u lade 1 met het papier of
afdrukmateriaal en selecteert u het soort of het formaat in het dialoogvenster Pagina-
instelling of Afdrukken, of in het printerstuurprogramma.
• Als u vaak afdrukt op een bepaald soort of formaat afdrukmateriaal, kan de
printerbeheerder (bij een netwerkprinter) of kunt u (bij een rechtstreeks aangesloten
printer) met de ingebouwde webserver een lade voor dat soort of formaat configureren.
(Zie
"Ingebouwde webserver" op pagina
kiest voor een afdruktaak, wordt de lade gebruikt die daarvoor is geconfigureerd.
S
(
TART
61.) Wanneer u vervolgens dat soort of formaat
) om vanuit een
NLWW