AAN
UIT
CONTACTSLEUTEL
4.
Draai de contactsleutel in stand START en houd hem
in die stand tot de motor aanslaat.
Laat de sleutel los als de motor aanslaat, de sleutel zal
terugkeren naar de stand AAN.
ATTENTIE
• De startmotor trekt een grote hoeveelheid stroom.
Bedien de startmotor daarom niet langer dan
5 seconden achter elkaar. Als de motor niet aanslaat
binnen 5 seconden, laat dan de schakelaar los en
STARTEN
wacht minstens 10 seconden voordat de startmotor
opnieuw in werking wordt gezet.
• Zet het contactslot niet in stand START terwijl de
motor draait.
OPMERKING
Het "Vrijstandstartsysteem" voorkomt dat de motor kan
worden gestart, wanneer de bedieningshendel zich niet in
de N positie (vrij) bevindt, ook niet wanneer de motor
wordt rondgedraaid door het starten van de startmotor.
STARTEN VAN DE MOTOR (type R)
5.
Beweeg de handgashendel langzaam naar de stand
waarin de motor niet afslaat en houd deze in deze
positie.
HANDGASHENDEL
69