8. Controleer na het starten of er koelwater uit de
controleopening stroomt. De hoeveelheid water die uit
de controleopening stroomt kan variëren door de
werking van de thermostaat, maar dit is normaal.
ATTENTIE
Zet de motor stil als er geen water uit stroomt of als er
stoom uit komt. Controleer of de koelwaterinlaat
verstopt zit en verwijder de vervuilde materialen indien
CONTROLEOPENING
KOELWATER
KOELWATERINLAAT (aan beide zijden)
aanwezig. Controleer de controleopening van het
koelwater op verstoppingen. Als er nog steeds geen
water uit stroomt, laat uw buitenboordmotor dan
controleren door uw officiële Honda
buitenboordmotoren-dealer. Gebruik de
buitenboordmotor niet zolang het probleem niet
verholpen is.
STARTEN VAN DE MOTOR (type H)
NORMAAL: AAN
ABNORMAAL: UIT
CONTROLELAMPJE OLIEDRUK
9. Controleer of het controlelampje oliedruk aangaat.
65