•
Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt.
-
Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar
slaat. Dit kan de apparaten beschadigen.
-
Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de
apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de
apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. Als er
geen verbinding tot stand wordt gebracht, houdt u de apparaten
tegen elkaar totdat het camerascherm wordt bijgewerkt.
-
Al u probeert verbinding te maken terwijl de camera is
uitgeschakeld, kan er een bericht op de smartphone worden
weergegeven om u eraan te herinneren dat u de camera dient in
te schakelen. Zet in dat geval de camera aan en houd de apparaat
opnieuw tegen elkaar aan.
-
Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone.
Houd er ook rekening mee dat camera- of smartphonehoezen of
gelijksoortige accessoires de communicatie kunnen blokkeren.
•
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u bij stap 3 [Ja] kiest. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 3.
•
Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende
privacyinstelling op de camera aanpassen
•
Om verbinding te kunnen maken, moet er een geheugenkaart in de
camera zitten.
•
U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in stap 2
(=
73).
•
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en het beeldformaat
wijzigen voordat u verzendt
(=
90).
•
U kunt het huidige beeld verzenden door [Dit beeld verz.] te kiezen op het
scherm bij stap 4.
•
Om NFC-verbindingen uit te schakelen, kiest u MENU
> [Inst. draadloze communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [NFC] > [Uit].
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in
de afspeelmodus staat
(=
97).
(=
23) > tabblad [
]
z
z
Druk op de knop [
aan te zetten.
z
z
Houd de smartphone waarop Camera
Connect geïnstalleerd is
het N-teken van de camera ( ).
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop [ ]. [
z
z
Druk nogmaals op de knop [ ] als u de
selectie wilt opheffen. [
meer weergegeven.
z
z
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
z
z
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop [
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te
kiezen en druk vervolgens op de knop [ ].
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
[Verzenden] te kiezen en druk daarna
op de knop [ ].
z
z
De beelden worden nu verzonden.
•
Als u in een bericht op de camera wordt gevraagd om de bijnaam in te
voeren, volgt u stap 2 bij "Beelden verzenden naar een smartphone die NFC
ondersteunt"
(=
72) om deze in te voeren.
•
De camera houdt niet bij met welke smartphones via NFC verbinding is
gemaakt in de afspeelmodus.
•
U kunt vooraf instellen dat beelden worden overgedragen met een door
u gewenste grootte
(=
90).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
] om de camera
Basishandelingen
van de camera
(=
72) tegen
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
] wordt weergegeven.
Afspeelmodus
] wordt niet
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
].
Bijlage
Index
74