Flitser
Flitsmodus wijzigen
U kunt de flitsmodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
139) voor meer informatie over het flitsbereik.
Zie "Flitser"
(=
z
z
Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om een flitsmodus te kiezen en
druk vervolgens op de knop [ ].
z
z
De optie die u hebt ingesteld,
wordt nu weergegeven.
[ ] Automatisch
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst.
[ ] Aan
Er wordt bij elke opname geflitst.
[ ] Slow sync
Er wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het flitsbereik verlicht wordt.
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in
Foto's
de modus [ ].
•
In de modus [ ] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
sluitergeluid stopt, zelfs nadat de flitser geflitst heeft.
•
Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een ander middel gebruikt om de camera stil te houden
[ ] Uit
Voor het maken van opnamen zonder flitser.
•
Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera wordt
bewogen of bij situaties met weinig licht een knipperend pictogram
[ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
(=
54).
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
52