Aangepaste witbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
z
z
Voer de stappen in "De witbalans
aanpassen"
te selecteren.
z
z
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop [
z
z
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
•
Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Foto's
Films
(=
47) uit om [
]
].
Opnamebereik en scherpstellen
Close-ups maken (Macro)
Stel de camera in op [ ] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie "Lens"
(=
scherpstelbereik.
z
z
Druk op de knop [ ], kies [
menu en selecteer vervolgens [ ]
(=
z
z
Als de instelling is voltooid,
wordt [ ] weergegeven.
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
•
•
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [ ]
grijs en de camera stelt niet scherp.
•
Om camerabeweging te voorkomen, plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [
Foto's
138) voor meer informatie over het
] in het
22).
]
(=
33).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
48