P-modus
Meer veeleisende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur
•
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de modus [ ].
•
[ ]: programma automatische belichting; AE: automatische belichting
•
Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [ ], dient u te controleren of de functie in die modus beschikbaar is
(=
132–136).
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus) ...........
Helderheid van het beeld (Belichting) ............
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ......................................
De meetmethode wijzigen .....................................
De ISO-waarde wijzigen ........................................
De helderheid corrigeren (i-Contrast) ....................
De witbalans aanpassen ..................................
Opnamebereik en scherpstellen .....................
45
Close-ups maken (Macro) .....................................
45
Opnamen maken van onderwerpen
op grote afstand (Oneindig) ..................................
De modus AF Frame wijzigen ...............................
45
De focusinstelling veranderen ...............................
46
Flitser ................................................................
46
47
Flitsmodus wijzigen ...............................................
47
48
Overige instellingen .........................................
48
Raster weergeven .................................................
De digitale zoomfunctie uitschakelen ....................
49
De weergavestijl van het beeld
49
na opnamen wijzigen ............................................
51
Instellingen van de IS-modus wijzigen ..................
52
52
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
53
Accessoires
53
53
Bijlage
53
Index
54
44