•
Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
•
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
Low Level Format
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continue
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
z
z
Druk op het scherm bij stap 2 van
"Geheugenkaarten formatteren"
op de knoppen [ ][ ] om [Low Level
Format] te kiezen. Druk daarna op
de knoppen [ ][ ] om deze optie
te selecteren. Het pictogram [ ]
wordt weergegeven.
z
z
Voer de stappen 2–3 in "Geheugenkaarten
formatteren"
met het formatteren.
(=
104)
(=
104) uit om door te gaan
•
Een Low Level Format duurt langer dan "Geheugenkaarten formatteren"
(=
104), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
•
U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt
u de geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001–9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
z
z
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden
Continu
oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map
Auto reset
maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
•
Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde,
=
104) geheugenkaart.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
105