Inhoudsopgave
Advertenties
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
z
z
Selecteer [Displayheldrh.] en druk
vervolgens op de knoppen [ ][ ] om
de helderheid aan te passen.
•
Voor maximale helderheid houdt u de knop [
ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven of wanneer de
enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee negeert u de instelling van
[Displayheldrh.] op het tabblad [
de knop [
] of herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het
scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
z
z
Selecteer [Opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
] minstens een seconde
]) Druk nogmaals minstens een seconde op
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart
naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig.
1
Open het scherm [Formatteren].
z
z
Selecteer [Formatteren] en druk
vervolgens op de knop [ ].
2
Kies [OK].
z
z
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Annuleer] te selecteren, druk op de
knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop [ ].
3
Formatteer de geheugenkaart.
z
z
Om het formatteren te starten, drukt
u op de knoppen [ ][ ] om [OK] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
z
z
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
104
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
