Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1
Open de modus [ ].
z
z
Voer stap 1 bij "Specifieke scènes"
(=
2
Pas de instellingen naar wens
aan
een opname.
•
Als de optimale belichting niet kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde in
het oranje weergegeven. Probeer in dat geval de ISO-waarde aan te passen
46) of de flitser te activeren (bij donkere onderwerpen,
(=
de optimale belichting te verkrijgen.
U kunt ook films opnemen in de modus [ ] door op de filmknop te drukken.
•
Sommige FUNC.-
(=
22) en MENU-instellingen
automatisch worden aangepast voor filmopnamen.
•
Zie "Lens"
(=
138) voor meer informatie over het opnamebereik in
de modus [ ].
Foto's
Films
38) uit en kies [ ].
(=
45–55) en maak
=
52) om zo
(=
23) kunnen echter
Helderheid van het beeld (Belichting)
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van –2 tot +2.
z
z
Druk op de knop [ ]en kies [
menu. Kijk naar het scherm en druk op
de knoppen [ ][ ] om de helderheid
aan te passen
z
z
Wanneer u films opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
z
z
Wanneer u foto's maakt, drukt u
op de knop [ ] om de ingestelde
belichtingscompensatie weer te geven.
Maak vervolgens de opname.
•
U kunt ook foto's maken terwijl de belichtingscompensatiebalk wordt
weergegeven.
Wanneer u een film maakt, wordt [
•
belichting vergrendeld.
Foto's
Films
] in het
(=
22).
] weergegeven en wordt de
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
45