de 3 outputs. Alle andere leds zijn inputs. Op de
onderstaande tabel staan de symbolen.
1. Aan/Uit
2. Output
3. Solenoïdeklep omlaag
4. Solenoïdeklep omhoog
5. Solenoïdeklep snel
6. Input
Hier vindt u in logische volgorde de stappen die
u moeten nemen op de ACM om problemen te
verhelpen.
1.
Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen.
2.
Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan en
kijk of de rode led voor het vermogen brandt.
3.
Beweeg alle input-schakelaars om er zeker van
te zijn dat alle leds van status veranderen.
4.
Zet de input-apparaten in de juiste stand om de
correcte output te verkrijgen.
5.
Als een specifieke output-led brandt zonder de
juiste output-functie, moet u de bedrading van
de output, de aansluitingen en het onderdeel
controleren. Indien nodig repareren.
6.
Als een specifieke output-led niet brandt, moet u
beide zekeringen controleren.
7.
Als een specifieke output-led niet brandt en de
inputs zijn in goede conditie, moet u een nieuwe
ACM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt.
Tips voor bediening en
gebruik
Algemeen
WAARSCHUWING
Let altijd goed op eventuele obstakels die
zich in het werkveld bevinden. Plan de
beluchtingsroute zo, dat er geen contact is
tussen uzelf of de machine en het obstakel.
Figuur 40
7. Beluchtingskop omlaag
8. Beluchtingskop omhoog
9. Transport (1)
10. Beluchten (4)
11. Grond volgen
12. Neerlaten OK
•
Maak bochten heel geleidelijk tijdens het
beluchten. Maak nooit een scherpe bocht als
de beluchtingskop is ingeschakeld. Plan de
beluchtingsroute voordat u de beluchtingskop
neerlaat.
•
Let altijd op wat er komen gaat in de werkrichting.
Vermijd gebruik van de machine vlakbij gebouwen,
hekken en overige apparatuur.
•
Kijk veelvuldig achterom om te controleren of de
machine naar behoren werkt en de banen steeds
netjes naast elkaar liggen.
•
Verwijder altijd beschadigde machineonderdelen
decal106-8835
(zoals gebroken tanden) uit het werkgebied, om
te voorkomen dat deze worden opgepikt door
maaimachines en andere gazonmachines.
•
Vervang gebroken tanden; inspecteer en repareer
beschadigde tanden die nog kunnen worden
gebruikt. Herstel eventuele andere schade aan de
machine voordat u met beluchten begint.
•
Als u wilt beluchten met minder dan de volle
breedte van de machine, kunt u tanden
verwijderen. Laat de tandenhouders echter op de
armen bevestigd blijven zodat de balans en de
werking van de machine niet beïnvloed worden.
•
De machine heeft een grotere werkdiepte dan de
meeste beluchters. Op greens en tees, die zijn
aangelegd op de bestaande bodemlaag, kunnen
de tanden voor grotere diepte en langere holle
pijpen verstopt raken. Dit komt doordat deze
bodem harder is zodat er grond blijft zitten in
de uiteinden van de tanden. Toro levert tanden
voor greens/tees, waarbij de grond via de zijkant
wordt verwijderd, zodat de tanden schoner blijven
en er minder tijd nodig is om ze te reinigen.
Deze conditie verdwijnt uiteindelijk als de bodem
voortdurend wordt belucht en bemest.
Harde grond
Als de grond te hard is om de gewenste werkdiepte te
verkrijgen, bestaat de kans dat de beluchtingskop gaat
stuiteren. Dit is te wijten aan de harde ondergrond
waarin de tanden proberen binnen te dringen. Dit
probleem kan op de volgende wijze worden verholpen:
•
Ga niet beluchten als de grond te hard of droog is;
u verkrijgt de beste resultaten na een regenbui of
als het gras de vorige dag is besproeid.
•
Gebruik een kop met drie tanden in plaats van
een kop met vier tanden of verminder het aantal
tanden per arm. Probeer de configuratie van de
tanden symmetrisch te houden zodat de armen
gelijkmatig worden belast.
•
Verminder de werkdiepte van de beluchter als
u een zeer compacte bodem moet beluchten.
Ruim de pluggen op, besproei het gras en belucht
opnieuw bij een grotere werkdiepte.
29