8.
Monteer de overige tanden in de tandenhouder
1, 3, 4 en 6. Draai alle bouten van de
tandenhouder vast met 40,6 N·m.
Tanden vervangen
Raadpleeg
Tandenhouders, beschermvingers en
tanden monteren (bladz. 22)
1.
Breng de beluchtingskop op en zet deze vast
met de onderhoudsvergrendeling.
2.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking
en verwijder het sleuteltje.
3.
Maak de bouten van de tandenhouder los en
verwijder de oude tanden.
4.
Steek de nieuwe tanden in de tandenhouder.
5.
Draai de bouten vast met de aanbevolen torsie.
6.
Herhaal deze procedure bij de overige armen.
Werkdiepte instellen
Om de werkdiepte van de beluchter in te stellen, gaat
u als volgt te werk:
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking
en verwijder het sleuteltje.
2.
Kies het gewenste tanden voor uw toepassing.
3.
Leg de tand op de sticker voor de werkdiepte
(Figuur
28) met 1 uiteinde tegen de streep voor
de gewenste werkdiepte (zie het tandensjabloon
op de sticker).
1. Hendel voor werkdiepte
4.
Kijk bij welke letter het andere uiteinde van het
insteekwerktuig staat, en zet de hendel voor de
werkdiepte op de stand die correspondeert met
deze letter.
voor afbeeldingen.
Figuur 28
2. Sjabloon op sticker
Opmerking:
bijstellen om de afslijting te compenseren. Als
bijvoorbeeld de diepte van een nieuwe tand is
ingesteld op 'G', kunt u deze instellen op 'H' als de
tand is afgesleten tot een dikte van 6 mm.
Handmatig grondvolgsys-
teem instellen
De enige keer dat de afstandsstukken voor de
handmatige instelling van de werkdiepte nodig zijn
is als het TrueCore
als gevolg van schade aan het feedbacksysteem
(beschermvingers, trekstang, en bedieningsorganen)
of als de maximale werkdiepte is vereist.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking
en verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder de lynchpen waarmee de
afstandsstukken en dieptepennen zijn vastgezet
(Figuur
29).
1. Lynchpen
3.
Plaats de afstandsstukken boven of onder
de beugel om de gewenste werkdiepte te
verkrijgen.
•
Een dik afstandsstuk verandert de
werkdiepte met 19 mm.
g010035
•
Een dun afstandsstuk verandert de
werkdiepte met 9,5 mm.
•
Als alle afstandsstukken boven de beugel
zitten, bedraagt de werkdiepte 10,7 cm.
4.
Verwijder de borgbout en de moer van de
keuzeschakelaar
24
Als de tand afslijt, kunt u de werkdiepte
®
grondvolgsysteem niet werkt
Figuur 29
2. Afstandsstukken en
dieptepen
(Figuur
30).
g010043