Storing
Motor verliest ver-
mogen, het toeren-
tal daalt, geen rook
in de uitlaatgassen.
Motor verliest ver-
mogen, het toeren-
tal daalt en de uit-
laat rookt zwart.
Motor wordt zeer
heet.
Kontrolelampje
cilinderkoptempe-
ratuur brandt.
Mogelijke oorzaak
Brandstoftoevoer belemmerd
door:
- Tank leeggedraaid.
- Brandstofvóórfilter of brand-
stoffilter verstopt.
- Tankontluchting onvoldoende.
- Leidingaansluitingen niet
dicht.
- Toerenverstelhefboom loopt
terug.
Luchtfilter vervuild.
Klepspeling niet in orde.
Verstuivers werken niet goed.
Teveel smeerolie in de motor.
Onvoldoende koeling
- Vervuiling van het gehele
koelluchtsysteem.
- Onvoldoende gesloten lucht-
geleidingsplaten of kapse-
delen.
Verhelpen door
Brandstof vullen.
Brandstoffilters vernieuwen.
Toereikende tankontluchting
waarborgen.
Schoefkoppeling van de leiding
op dichtheid kontroleren.
Hefboom blokkeren.
Luchtfilter reinigen resp. ver-
nieuwen.
Klepspeling instellen.
Zie werkplaatsboek.
Smeerolie tot aan de MAX-mar-
kering aftappen.
Op vervuiling kontroleren en rei-
nigen:
- Luchtinlaat van de motor.
- Ventilator.
- Cilinder en cilinderkoppen.
- Smeeroliekoeler.
- Luchtinlaatopening tussen
motorblok en bodem van de
omkapping.
Motorblok en kapseldelen op
volledigheid en goede afdichting
kontroleren.
26
Hfdst.
4.1.2.
5.4.1.
5.5.1.
5.4.2.
5.4.3.
5.3.1.
5.3.2.