Storing
Motor start, loopt
echter niet door,
zodra de startmo-
tor uitgeschakeld
wordt.
Motor stopt uit-
zichzelf, tijdenshet
bedrijf.
Extra bij motoren-
met elektrische af-
schakelautomaat
Mogelijke oorzaak
Toerenverstelhefboom.
Koppeling niet uitgeschakeld.
Brandstofvóórfilter of brandstof-
filter verstopt.
Brandstofsysteem niet in orde.
Stopsignaal door beveiligings-
elementen die in verbinding
staan met de afschakelauto-
maat.
- Geen oliedruk.
- Vervuild luchtfilter.
- Defekte generator.
Brandstoftank leeg.
Brandstofvóórfilter of brandstof-
filter verstopt.
Ventilatorriem gebroken.
Mechanisch defekt.
Stopsignaal beveiligings-ele-
menten:
- Te lage oliedruk.
- Te hoge cilinderkoptempera-
tuur.
- Vervuild luchtfiltersysteem.
Fouten in de elektrische installa-
tie, zoals:
- loszittende kontakten aan
kabelschoenen.
- defekte generator.
- defekte relais.
Verhelpen door
Hefboom in startstand zetten.
Koppeling, indien aanwezig, uit-
schakelen.
Filter vernieuwen.
Brandstofsysteem kontroleren.
Het beveiligingselement, dat
voor de uitschakeling heeft ge-
zorgd lokaliseren en de oorzaak
van de fout verhelpen.
Oliestand kontroleren.
Vervuiling kontroleren.
Zie werkplaatsboek.
Tank vullen.
Filters vervangen.
Nieuwe riem monteren.
HATZ organisatie inschakelen.
Smeerolie tot aan de MAX-mar-
kering van de peilstok vullen.
Controleer het luchtfilter op ver-
vuiling en reinig of vervang het
element zonodig.
Vervuilingsgraad luchtfilter kont-
roleren, zonodig vernieuwen.
Elektrische installatie en de af-
zonderlijke komponenten kontro-
leren, zonodig HATZ-vertegen
woordiging inschakelen.
25
Hfdst.
4.2.1.
5.4.1.
5.5.1.
5.2.1.
5.4.2.
4.1.2.
5.4.1.
5.5.1.
6.2.
5.2.1.
5.3.2.
5.4.2.
8.