6-4. Pulserend MIG lasstand - GMAW-P proces
!
De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de
Pulserend MIG lasstand.
1
Volt-indicator
2
Booglengte-indicator
3
Linker Scherm
4
Rechter Scherm
5
Regelknop
6
Proces-indicator
7
Boogregeling-indicator
8
Setup-toets
9
Lasdraad/gas indicator
Instellen
Zie
Hoofdstuk
6-1
voor
systeemaansluitingen.
Druk
tweemaal
op
de setup-toets.
De indicator van het lasproces licht op.
Verdraai de instelknop om PULS te kiezen.
Druk enkele malen op de setup-toets tot de
indicator voor draad-gastype oplicht.
Het actieve draadtype wordt getoond in het
linker- en rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
draad te kiezen.
Druk nog een keer op de setup-toets.
De indicator voor draad/gas licht op.
Het actieve gastype wordt getoond in het
linker- en rechter scherm.
Verdraai de regelknop om het gewenste
gas te kiezen.
Druk nogmaals op de setup-toets om de
keuze te bevestigen. Het apparaat geeft
aan dat de wijziging van de draad- en
gasinformatie is gewijzigd door even
PROG LOAD op het scherm aan te geven.
.
Kies voor de beste resultaten het juiste
draad- en gastype dat past bij de draad
en het gas dat wordt gebruikt. Zie de
tabel Pulserend MIG - draad- en
gastype kiezen voor de beschikbare
draden en gassen (zie Hoofdstuk 6-5).
OM-245182 Pagina 32
.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
3
2
5.0
1
2
Bediening
Terwijl de booglengte-indicator oplicht onder
het linker scherm, wordt de afstelknop
gebruikt om de booglengte bij te regelen.
.
De
booglengte
draadaanvoerapparaat ingesteld als
deze een spanningsregeling heeft.
Deze spanningsregeling krijgt de
voorkeur boven de regelknop voor de
booglengte op de lasstroombron.
Boogregeling (SharpArc)
Druk enkele malen op de setup-toets tot de
indicator voor de boogregeling oplicht.
Er verschijnt SHRP op het linker scherm,
standaard
en de bijbehorende SharpArc-instelling
verschijnt op het rechter scherm.
Verdraai de regelknop om de gewenste
SharpArc-instelling te kiezen van 0 tot 50, de
standaard instelling is 25. Door aanpassing
van de SharpArc-instelling verandert ook de
kegelvorm van de lasboog. Een lagere
instelling verbreedt de kegelvorm, verhoogt
de vloeibaarheid van het lasbad en maakt de
lasnaad qua uiterlijk vlakker.
Een
hogere
kegelvorm, vermindert de vloeibaarheid
van het lasbad en maakt de lasnaad qua
uiterlijk meer kroonvormig.
.
Elke combinatie gas/draad heeft eigen
instellingen voor
SharpArc. Deze instellingen worden
opgeslagen als het apparaat wordt
uitgeschakeld.
Booglengte - Pulserend MIG hand-
bediening (zie hoofdstuk 5-2)
De booglengte is afhankelijk van de
hoeveelheid energie die nodig is om de
laselektrode af te branden. Naarmate de
draadsnelheid toeneemt, is ook een hogere
instelling voor de booglengte nodig om
extra draad af te branden. De instelling voor
de booglengte wordt weergegeven in het
4
wordt
op
het
instelling
versmalt
de
booglengte
en
Ref. 245 172-A
5
linker scherm waarbij de indicator voor de
booglengte oplicht. De booglengte kan
worden afgesteld van 0 tot 100.
Nadat
er
spanning
komt
lasuitgangsklemmen maar voordat er een
boog is gestart, wordt de letter "R"
weergegeven op het apparaat en een
referentiedraadsnelheid (IPM) op het rechter
scherm. De referentiedraadsnelheid kan
worden genomen als uitgangspunt voor de
instelling van de draadsnelheid op de
draadaanvoerunit. De instellingen voor de
draadsnelheid en de booglengte kunnen
verder worden ingesteld om de gewenste
booglengte te verkrijgen.
Het
menu
voor
configuratieopties
(zie hoofdstuk 5-2) kan worden gebruikt
om de instelling voor de booglengte te
wijzigen (0 tot 100) op basis van de
gemiddelde boogspanning. De gemiddelde
boogspanning kan worden gebruikt als
alternatieve methode om de lasboog bij
Pulserend MIG in te stellen met dezelfde
parameters (spanning en draadsnelheid)
als een conventionele MIG-boog. Lagere
spanningsinstellingen komen
met nauwere booglengtes en hogere
spanningsinstellingen komen
met langere
booglengtes.
spanningsfunctie wordt gekozen dat wordt
de vooringestelde gemiddelde spanning
weergegeven op het linker scherm, waarbij
de spanningsindicator oplicht.
Booglengte - Pulserend MIG auto-
matische regeling (zie Hoofdstuk 5-2)
Op de Automatische stand is de instelling
voor de booglengte van 0 tot 100. De
programma' s zijn ontwikkeld op een
booglengte-instelling van 50. Door het
verhogen
of
verlagen
van
booglengte-instelling van 50 verandert de
booglengte. Het is niet nodig om de waarde
van de booglengte-instelling te wijzigen
als u de instellingen voor de draad-
aanvoersnelheid wijzigt.
6
7
8
9
op
de
overeen
overeen
Als
de
de