3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min
op min.
4.
Zorg dat de accu van een niet-geleidende afscherming is voorzien om te voorkomen dat de accupolen
onverwacht worden kortgesloten.
Onderhoud van de buitenkant
Uw buitenboordmotor wordt beschermd door duurzame lak. Maak de lak regelmatig schoon en zet deze in de
was, gebruikmakend van geschikte reinigingsmiddelen en was.
Brandstofsysteem
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies
voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open
vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het
brandstofsysteem uitvoert.
Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de
accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof
in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt
gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen.
Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht.
Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN
Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen
van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden
vervangen.
BRANDSTOFSLANGFILTER
Inspecteer het brandstofslangfilter. Als het filter verontreinigd lijkt te zijn, verwijdert en vervangt u het.
BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in de filterverbindingen door in de pompbal
te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Stuurstangbevestigers
BELANGRIJK: De stuurstang waardoor de stuurkabel met de motor verbonden wordt, moet bevestigd worden
met de stuurstangbevestigers die met de motor meegeleverd zijn. Deze borgmoeren (11-16147--3) mogen
nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine
af trillen, waardoor de stang vrij- en loskomt.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
!
56
28620
nld