•
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental tot stationair voordat u schakelt.
a
b
c
•
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
•
Nadat de buitenboordmotor is ingeschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gasgreep (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
Motor stoppen
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar
neutraal. Draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
nld
BEDIENING
a -
(R) Achteruit
b -
(N) Neutraal
c -
(F) Vooruit
28595
N
F
R
27237
49
26843