Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen Met Melding Oplossen (Voor Deskundigen) - Biddle DECO Gebruikers- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

S
TORINGEN
6.4

Storingen met melding oplossen (voor deskundigen)

C
B
ODE
ETEKENIS
E1
Het bedieningspaneel heeft geen
communicatie met één of meer-
dere aangesloten toestellen.
Deze storing kan optreden:
• als een aangesloten toestel is
verwijderd of vervangen,
• door een korte storing in de
voeding van een aangesloten
toestel,
• door onjuiste bekabeling,
• door een defect.
E2
Er zijn toestellen aangesloten met
een niet toegestane of onbekende
toestelcode, of een niet toegestane
combinatie van toestelcodes.
De software van het bedieningspa-
neel is verouderd.
Het bedieningspaneel heeft wel
spanning, maar geen communicatie
met enig toestel.
E3
Bij modellen met elektrische verwar-
ming:
De besturing in het toestel heeft
een te hoge temperatuur gedetec-
teerd en de verwarming uitgescha-
keld, of de temperatuursensor
(PTC) werkt niet.
Als u deze storing negeert kan
er schade aan het toestel ont-
staan.
52
W
AT TE DOEN
1. Reset het bedieningspaneel. (zie paragraaf 6.3.3)
2. Controleer of er spanning is op alle aangesloten toe-
stellen.
3. Controleer of de afsluitplug op de connectorplaat van
het laatste aangesloten toestel aanwezig is.
4. Controleer de besturingskabels:
-
zijn ze juist aansgesloten en breukvrij?
-
zijn ze gestrekt gelegd of bifilair opgerold?
-
zijn ze afgeschermd van magnetische velden?
5. Controleer zekeringen F100 en F110 op de besturings-
print in het toestel.
6. Controleer de bedrading tussen de connectorplaat en
de besturingsprint (connector X394),
• Controleer en vergelijk de toestelcodes op het type-
plaatje. (zie paragrafen
• Controleer het versienummer van de software.
(functie no. 70 in het installateursniveau: zie paragraaf
4.3.3)
1. Reset het bedieningspaneel. (zie paragraaf 6.3.3)
2. Controleer de besturingskabels:
-
zijn ze goed aangesloten en breukvrij?
-
zijn ze gestrekt gelegd of bifilair opgerold?
-
zijn ze afgeschermd van magnetische velden?
3. Controleer de bedrading tussen de connectorplaat en
de besturingsprint (connector X394).
1. Wis de storingsmelding in het beheerdersni-
veau. (zie paragraaf 4.2.3, functie no. 10)
2. Controleer de ventilatoren. Als één of meerdere venti-
latoren niet draaien, controleer dan:
-
de bedrading op de ventilator,
-
de aansluitingen op de besturingsprint,
-
de zekering op de trafo,
-
de trafo.
Als deze goed zijn: vervang de ventilator.
3. Controleer de bedrading en de aansluiting van de PTC.
Als deze goed zijn: vervang de PTC.
V
ENTILATORCONVECTOR
1.3.4
en 2.10.1)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave