I
NSTALLATIE
2.10
Bediening en externe regelingen installeren
bedieningspaneel
voor toestel met
ventilatie
26
bedieningspaneel
voor toestel zonder
ventilatie
n
n
n
2.10.1 Bijzonderheden bedieningspaneel
Plaatsing
Kies een plaats die, waar mogelijk, voldoet aan onderstaande
eisen:
•
1,5 m boven de vloer,
•
vrij van direct zonlicht,
•
met een goede luchtcirculatie (dus niet in een kast, of
onder of boven een plank),
•
buiten het directe invloedsgebied van de ventilatorconvec-
tor,
•
niet op een buitenmuur,
•
vrij van tocht (dus niet vlakbij een deur of raam).
Het bedieningspaneel kan op een standaard inbouwdoos
gemonteerd worden.
Bekabeling
Opmerking:
Gebruik uitsluitend besturingskabels van Biddle.
Standaard modulaire telefoonkabel is niet geschikt.
Opmerking:
De besturingskabel tussen het bedieningspaneel en het
(eerste) aangesloten toestel mag niet meer dan 50 m lang
zijn.
Opmerking:
Neem het volgende in acht, anders kunnen er storingen
optreden:
•
Houd de besturingskabels verwijderd van elektromagneti-
sche velden en/of storingsbronnen zoals hoogspanningska-
bels en TL-starters.
•
Leg de besturingskabels gestrekt of rol ze bifilair op.
•
Verwijder de afsluitplug niet, tenzij anders aangegeven.
V
ENTILATORCONVECTOR