I
NSTELLINGEN
4
. . Instellingen
4.1
Inleiding
bedieningspaneel
voor toestel met
ventilatie
38
bedieningspaneel
voor toestel zon-
der ventilatie
Het bedieningspaneel heeft drie niveaus van bediening:
1. Het gebruikersniveau is het niveau waar het bedieningspa-
neel normaal in werkt: hierin bevinden zich de functies die
nodig zijn voor het dagelijks gebruik van de ventilatorcon-
vector.
2. In het beheerdersniveau kunt u instellingen doen voor het
gebruik en onderhoud, die niet dagelijks nodig zijn.
3. In het installateursniveau kunt u instellingen doen om de
werking van het toestel aan te passen aan de ruimte en de
installatie. Doorgaans hoeft u dit niveau alleen te gebrui-
ken bij installatie, onderhoud en service.
Het beheerdersniveau en het installateursniveau worden
behandeld in dit hoofdstuk. De functies in het gebruikersni-
veau worden behandeld in Hoofdstuk
Meerdere toestellen met één bedieningspaneel
Als er meerdere toestellen op het bedieningspaneel zijn aange-
sloten, zijn de instellingen globaal: ze gelden voor alle op het
paneel aangesloten toestellen.
V
ENTILATORCONVECTOR
3
'Bediening'.