S
TORINGEN
6
. . Storingen
6.1
Veiligheidsaanwijzingen
6.2
Eenvoudige storingen oplossen
P
ROBLEEM
Het toestel werkt niet en het dis-
play van het bedieningspaneel is
leeg.
Eén of meerdere toetsen wer-
ken niet.
Het toestel is uitgeschakeld maar
werkt toch.
Het toestel werkt, maar niet naar
tevredenheid.
50
d
Gevaar:
Handelingen in het inwendige van het toestel
mogen alleen worden uitgevoerd door technisch
gekwalificeerd personeel.
w
Waarschuwing:
Voordat u het toestel opent: volg de veiligheidsaan-
wijzingen in paragraaf 1.4.
W
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Als de LED brandt: het toestel
staat in de ruststand.
Als de LED niet brandt: het bedie-
ningspaneel heeft geen voedings-
spanning.
Als het display
of
weer-
geeft: de betreffende functie
wordt bediend door een externe
regeling of tijdschakelklok.
Alleen bij modellen met elektrische
verwarming: het toestel koelt
automatisch af.
De ruimtetemperatuur is te hoog
of te laag ingesteld.
De lucht wordt niet in de juiste
richting geblazen.
Het filter is vuil.
De instellingen zijn niet juist.
V
ENTILATORCONVECTOR
W
AT TE DOEN
Druk 3 seconden op de
-toets.
Controleer de netvoeding:
• Zit de stekker in de wand-
contactdoos?
• Is de groep ingeschakeld en
van spanning voorzien?
Dit is geen storing.
Dit is geen storing. Het toestel
zal normaal gesproken binnen 10
minuten automatisch afslaan.
Verander de instelling op het
bedieningspaneel.
Verander de instelling van het uit-
blaasrooster.
Vervang of reinig het filter.
Controleer de instellingen: zie
hoofdstuk 4.