Na het opnieuw aansluiten moet het apparaat beginnen met de taken in de
afdrukwachtrij.
Opmerking
een USB-hub. Als de hub aan staat, sluit u het apparaat direct op uw computer
aan.
5.
Als het product niet automatisch begint af te drukken, start u nog een afdruktaak.
Oorzaak: De USB-kabel moest worden losgekoppeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer of het juiste apparaat als standaard is ingesteld
Oplossing: Controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld en of het
de juiste printerdriver gebruikt.
Controleren of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld
1.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
•
Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
•
Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
2.
Controleer of het juiste apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte cirkel.
3.
Als het foute apparaat als standaarprinter is ingesteld, klikt u met de rechter
muisknop op het juiste apparaat en selecteert u Instellen als standaard.
Zorg dat de hub is ingeschakeld als u het apparaat aansluit via
Fouten
133