Geavanceerde functies
IP-adresinstelling (niet beschikbaar voor RZ2XX)
Als u een optionele gekoppelde printer of een computer aansluit, stelt u IP-adressen in op de machine en op de
gekoppelde printer.
1
Druk op
schakelen.
LET OP:
• U annuleert de bewerking door nogmaals op
te drukken, zodat de indicator dooft.
2
Voer een onderdeelnummer in met
de afdrukhoeveelheidstoetsen.
De onderdeelnummers zijn als volgt:
IP-adres van de machine: 70
IP-adres van de gekoppelde printer: 71
3
Druk op [
74
De standaardinstellingen aanpassen [Modus aangepaste instellingen]
om de indicator in te
].
4
Voer het eerste veld in met de
afdrukhoeveelheidstoetsen.
Het ingevoerde getal wordt op het display weerge-
geven.
LET OP:
• De IP-adresgetallen die door punten worden
gescheiden, worden het eerste veld, het
tweede veld enzovoort genoemd.
• De IP-adressen voor de machine en de gekop-
pelde printer zijn "0.0.0.0".
5
Druk op [
].
Ga verder met het volgende veld. De weergave
afdrukhoeveelheid verandert.