Geavanceerde functies
6
Plaats een origineel.
Plaatsing op de glasplaat
Plaats een origineel op de glasplaat met de te
kopiëren kant naar beneden en lijn het midden
ervan uit met de markering aan de linkerkant
van het glas.
Belangrijk!:
• Plaats een origineel van de laatste pagina.
(behalve wanneer orginelen met 3 pagina's
worden afgedrukt, dan is de volgorde 3->2-
>1.)
Plaatsing in de ADF-eenheid (optioneel)
Plaats de originelen en pas de origineelgelei-
ders aan op de breedte van de originelen.
LET OP:
• Wanneer "Auto.verwerk" is ingeschakeld,
gaat het afdrukken automatisch door voor
alle originelen.
58
Automatische sorteren in groepen [Programma]
7
Voer de gewenste instellingen in.
Voer indien nodig diverse instellingen in.
U kunt de volgende functies instellen:
• Beeldbewerkingsmodus
• Potlood
• Puntrastering
• Scanniveau
• Vergroting/verkleining
• Automatische verwerking
Belangrijk!:
• Om de huidige programma-instellingen op te
slaan, zie "Programma's opslaan" ( p.59) voor
meer informatie.
Zodra het afdrukken is voltooid, kunnen de
instellingen niet meer worden opgeslagen.
8
Druk op de toets
Er wordt een proefkopie afgedrukt.
Controleer het afdrukresultaat. Stel indien nodig
de afdrukpositie en andere instellingen bij.
9
Druk opnieuw op de toets
Het kopiëren start met de groep die het laatst is
geprogrammeerd.
Belangrijk!:
• U dient de knop elke keer
neer een origineel op de glasplaat wordt geplaatst
en u dient het origineel te vervangen, zodra het
afdrukken voltooid is.
LET OP:
• Het kopiëren stopt telkens na voltooiing van
een origineel. Als u geen gebruik maakt van de
optionele taakscheider, verwijdert u de afge-
drukte kopieën uit de papierinvoerlade of
gebruikt u scheidingsbladen.
• Als u het kopiëren wilt onderbreken, drukt u op
de toets
. Druk opnieuw op de toets
u wilt doorgaan met kopiëren.
.
.
in te drukken wan-
als