15)
Toets P/indicator ( p.52)
Voor het afdrukken en verzamelen van kopieën
zoals ingesteld (geprogrammeerd afdrukken).
De functie is actief als het indicatorlampje boven
de toets brandt.
16)
+-toets
Voor het instellen van geprogrammeerd afdrukken
of het wijzigen van de standaardinstellingen.
×-toets
17)
Voor het instellen van geprogrammeerd afdruk-
ken.
18)
Starttoets
Voor het starten van mastercreatie of afdrukken of
het uitvoeren van de ingestelde bewerkingen.
De toets wordt alleen gemarkeerd als deze actief
is.
19)
Toets proefkopie ( p.46)
Voor het controleren van het afdrukresultaat na het
bijstellen van bijvoorbeeld de afdrukpositie.
Hiermee drukt u proefkopieën af, zonder de
waarde van de afdrukhoeveelheid te wijzigen.
20)
Resettoets
Voor het herstellen van de standaardinstellingen.
21)
Stoptoets
Voor het stoppen van de lopende bewerking.
Overzicht
Bedieningspanelen
9