De opstartvolgorde selecteren of wijzigen
Geavanceerde instellingen
Het programma Setup Utility afsluiten
60
Handboek voor de gebruiker
Om de ingestelde opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te
werk:
1. Start het programma Setup. Zie "Het programma Setup Utility starten" op
pagina 57.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Startup.
3. Selecteer de apparaten voor de Primary Boot Sequence, de Automatic Boot
Sequence en de Error Boot Sequence. Bekijk de informatie die aan de rechter-
kant van het scherm wordt afgebeeld.
4. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en het programma Setup af te slui-
ten. Zie "Het programma Setup Utility afsluiten".
Bij sommige computermodellen bevindt er zich in het menu Advanced een instel-
ling voor het in- of uitschakelen van HyperThreading. Deze functie werkt alleen bij
besturingssystemen die kunnen werken met HyperThreading, zoals Windows 7 en
Windows Vista. De standaardinstelling voor HyperThreading is enabled (ingescha-
keld). Als u echter een besturingssysteem gebruikt dat niet overweg kan met
HyperThreading en de instelling van HyperThreading is Enabled, dan kan het zijn
dat de computer langzamer gaat werken. Stel HyperThreading dus altijd in op
Disabled, behalve als u zéker weet dat het besturingssysteem HyperThreading
ondersteunt.
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc
om terug te gaan naar het hoofdmenu van het programma Setup Utility. Mogelijk
moet u meerdere malen op Esc drukken. Voer daarna een van de volgende hande-
lingen uit:
v Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, drukt u op F10. De instellingen
worden dan opgeslagen en het programma Setup Utility wordt afgesloten.
v Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit → Discard Changes and
Exit.
v Als u de standaardinstellingen wilt herstellen, drukt u op F9.