\
A
~~~
raam aan de kant van de bestuurder (B) en
het raam aan de kant van de voorpassagier
(A) worden bediend. Een enkele schake-
laar in de armsteun van de voorpassa-
giersdeur bedient alleen de deurruit aan
de kant van de voorpassagier. Op de
betreffende schakelaar drukken en deze
ingedrukt houden totdat de ruit op de
gewenste hoogte is gekomen.
Lt
WAARSCHUWING!
•
Alvorens één van de ramen te sluiten
erop letten dat de inzittenden van de '
ramen vandaan zijn.
•
Bij het verlaten van de wagen altijd de
sleutel verwijderen om te voorkomen
dat de ramen elektrisch worden be-
diend, waardoor achterblijvenden in
de wagen gewond kunnen raken.
DEURSLOTEN
Om de deuren van binnenuit te openen,
de binnendeurkrukken
(G) uit hun lig-
plaatsen trekken. Als de slotknoppen
(B) op de achterdeuren zijn ingedrukt als
deze open zijn, zullen de achterdeuren na
het sluiten vergrendeld zijn. Om de voor-
deuren te vergrendelen, de slotknoppen
indrukken en de buitendeurhendels
(A)
omhoog houden bij het sluiten van de
deuren.
Voordeuren kunnen eveneens van
buitenaf op slot worden gezet met
gebruikmaking van de sleutel. De deuren
tijdens het rijden niet op slot zetten opdat
deze in noodgevallen van buitenaf
geopend kunnen worden.
Escort Van
Steek de sleutel in het slot en draai deze
rechtsom. Trek de deurkruk (1) omhoog
om de rechterdeur te openen. Afhankelijk
van de stand van de lichtschakelaar zal er
een lampje gaan branden als de deur open
is. Om de linkerdeur te openen, hendel (2)
omhoog zetten om de pallen aan de
boven- en onderkant van de deur te ont-
grendelen. Deuruithouders houden de
deuren in de geopende stand.
z
w
Z
Cl:
e
a:
o
en
e
z
i
w
Q
w
la
Z
w
Z
w
I-
Z
w
:E
:::)
a:
I-
en
!
Boven de deurkrukken op de achterdeuren
zitten hefboompjes die als kinderveilig-
heidssloten dienst doen.
OR-30
15