[9
Midden-ventilatie-
openingen
1
=
gekarteld wieltje om ventilatie-
opening te openen/sluiten
2
=
verstelbaar rooster
OR-18
Op de afbeeldingen
staan de diverse
standen van de bedieningsorganen.
[QJ
Verwarming/ventilatie
bij gematigde buiten-
temperaturen
De temperatuur van de luchtstroom uit de
openingen naar de vloer, voorruit en zij-
ventilatieopeningen wordt geleidelijk
verhoogd. De lucht uit de middenventila-
tieopeningen blijft echter koeler.
[IJ
Verwarming bij zeer lage
temperaturen
De luchtstroom uit de ventilatieopeningen,
incl. de midden-ventilatieopeningen,
14
wordt geleidelijk opgewarmd. Als de
rechter hefboom helemaal bovenaan staat,
stroomt warme lucht gelijktijdig uit alle
luchtopeningen.
[]
Ontdooien/ontwas~men
van de voorruit
Voor optimale resultaten, maximale
luchtstroom op de voorruit richten en de
temperatuur zo effektief mogelijk
instellen. Bovendien de zij-ventilatie-
openingen openzetten en de luchtstroom
op de deurruiten richten. Zodra de ruiten
helder zijn, kunnen de bedieningsorganen
weer worden gezet op standen voor het
meeste comfort van de inzittenden.
OR-20
IQ]
Ventilatie bij warm weer
De luchtstroom wordt gelijkmatig verdeeld
tussen de vloer en voorruit en de tempera-
J
tuurregelaar wordt op "koud" gezet.
Indien gewenst, de zij- en midden-
,I
ventilatieopeningen open zetten en de
luchtstroom in de gewenste richting
leiden.
ELEKTRISCH
BEDIENBARE
RAMEN
(indien gemonteerd)
Bij bepaalde modellen zijn de voor-
deuren voorzien van elektrisch bedien-
bare ramen.
Met twee tuimelschakelaars in de arm-
steun van de bestuurdersdeur kan het