4 Monteren
Afspaninrichting
Inbouw zijkant
22
1
2
Fig. 13: Meetsonde fixeren
1
Meetsonde
2
Bevestigingsbus
Indien het gevaar bestaat, dat de kabelmeetsonde tijdens bedrijf door
bewegingen van het product of door roerwerken enz. de tankwand
raakt, kan de meetsonde worden afgespannen.
In het spangewicht is daarvoor een stuk binnendraad (M12 resp. M8)
uitgevoerd.
Let erop dat de meetsondekabel slechts handvast wordt gespannen.
Voorkom te grote trekbelastingen op de kabel.
Let erop, dat slechts tot de afspaninrichting kan worden gemeten.
Bestel de kabelmeetsonde daarom 270 mm langer.
L = L1 + 270 mm (10.63 in)
ø < 8 mm
(ø < 0.315")
Fig. 14: Afspaninrichting voor kabeluitvoeringen
1
Bevestigingsschroef M8
2
Bevestigingsschroef M12
L1 Maximale meetlengte
Lengte van de meetsonde L = L1 + 270 mm (10.63 in)
Bij moeilijk inbouwomstandigheden kan de meetsonde ook via de
zijkant worden ingebouwd. Daarvoor kunt u de staaf met staafverlen-
gingen of bochtsegmenten overeenkomstig aanpassen.
Om de daaruit resulterende looptijdveranderingen te compense-
ren, moet u de sondelengte automatisch door het instrument laten
bepalen.
De vastgestelde sondelengte kan bij het gebruik van bochtsegmenten
afwijken van de werkelijke meetsondelengte.
Wanneer op de tankwand onderdelen zijn gemonteerd zoals verste-
vingingen, ladders enz. dan moet de meetsonde minimaal 300 mm
afstand tot de tankwand hebben.
1
2
1
M8
M12
2
550 mm
(21.65")
VEGAFLEX 86 • Modbus- en Levelmaster-protocol