4 Monteren
20
3
A
2
Fig. 11: Montage in een standpijp
1
Boringen (voor doormenging)
2
Standpijp - verticaal gemonteerd - max. afwijking 10 mm
3
Ventilatie-opening
A Staafmeetsonde met centreerster (staal)
B Kabelmeetsonde met centreergewicht
Opmerking:
In producten, die neigen tot sterke afzettingen, is de meting in een
standpijp niet zinvol. Bij lichte afzettingen moet u een standpijp met
grotere diameter kiezen.
Instructies meting:
•
Het 100%-punt moet bij standpijpen onder de bovenste ventilatie-
boring liggen.
•
Het 0%-punt moet bij standpijpen boven het span- of centreerge-
wicht liggen.
•
Een stoorsignaalonderdrukking bij ingebouwde sensor verdient
over het algemeen aanbeveling, om de grootst mogelijke nauw-
keurigheid te bereiken.
ø 150 - 200 mm
(5.91 - 7.87")
1
VEGAFLEX 86 • Modbus- en Levelmaster-protocol
ø 150 - 200 mm
(5.91 - 7.87")
B