Figuur 80
1. Wiek van het mes
2. Mes
3. Veerschijf
Grasgeleider vervangen
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan
het maaidek voorwerpen in de richting van
de bestuurder of omstanders werpen. Dit
kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast
kunt u ook in contact komen met het mes.
• Gebruik de maaimachine nooit zonder
afdekplaat, mulchplaat of een grasafvoer
en een grasvanger.
• Controleer of de grasgeleider omlaag
staat.
1. Verwijder de borgmoer, bout, veer en
afstandsstuk waarmee de bevestigingen van
de grasgeleider vastzitten op de draaibeugels
(Figuur 81). Verwijder een beschadigde of
versleten grasgeleider.
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de
grasgeleider. Plaats het Leind van de veer
achter de rand van het maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat het
L-vormige eind van de veer is gemonteerd
achter de rand van het maaidek voordat u
de bout plaatst zoals wordt aangegeven in
Figuur 81.
3. Monteer de bout en de moer. Plaats het
J vormige haakeind van de veer om de
grasgeleider (Figuur 81).
4. Mesbout
5. Conus op boutkop
Belangrijk: De grasgeleider moet
omlaag in positie kunnen klappen. Til de
grasgeleider omhoog om te controleren of
deze volledig omlaag klapt.
Figuur 81
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de
onderkant van het maaidek.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de vergrendelde neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. Hef het maaidek op in de transportstand.
Afvalverwijdering
Motorolie, hydraulische vloeistof en
motorkoelvloeistof verontreinigen het
milieu. Verwijder deze stoffen overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften.
64
5. Veer, gemonteerd
6. Grasgeleider
7. L-vormige eind van veer,
achter de rand van het
maaidek plaatsen alvorens
de bout te monteren
8. J-vormige haakeind van
veer