Veiligheid
Deze machine voldoet ten minste aan de Europese
normen, van kracht op het moment van produktie.
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan echter letsel veroorzaken. Om
het risico van letsel te vermijden, dient u zich
aan de volgende veiligheidsinstructies te houden
en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat
betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING
of GEVAAR – "instructie voor persoonlijke
veiligheid". Niet-naleving van de instructie kan
leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Veilige bediening
De volgende instructies zijn ontleend aan de CEN
norm EN 836:1997.
Dit product kan handen of voeten afsnijden
en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle
veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk
dodelijk letsel te voorkomen.
Instructie
• Lees deze handleiding aandachtig door voordat
u de maaimachine gaat gebruiken. Zorg ervoor
dat u vertrouwd raakt met bedieningsorganen
en weet hoe u de machine moet gebruiken.
• U dient erop toe te zien dat de machine
niet door kinderen wordt bediend of door
volwassenen die niet van de instructies op
de hoogte zijn. Voor de bestuurder kan een
wettelijke minimumleeftijd gelden.
• Houd iedereen weg uit het gebied waarin u
de machine gebruikt, met name kinderen en
huisdieren.
• Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is
voor ongevallen of schade aan andere personen
of hun eigendommen.
• Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren.
• Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of
zij professionele en praktische instructie krijgt.
Bij een dergelijke instructie moet de nadruk
liggen op:
– zorgvuldigheid en concentratie bij het
werken met zitmaaiers;
– als de maaimachine op een helling begint te
glijden, kan dat niet met de schakelhendels
worden gecorrigeerd. De belangrijkste
oorzaken voor het verliezen van de controle
zijn:
◊ onvoldoende grip van de wielen, in het
bijzonder op nat gras;
◊ te snel rijden;
◊ onjuist gebruik van de rem;
◊ het type machine is niet geschikt voor
het specifieke werk;
◊ zich onvoldoende bewust zijn van de
specifieke omstandigheden van het
terrein, met name op hellingen;
◊ onjuiste bevestiging en verdeling van
lasten.
Voor ingebruikname
• Draag tijdens het maaien altijd een lange broek
en stevige schoenen. Draag geen schoenen
met open tenen en loop niet op blote voeten.
• Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine
gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele
voorwerpen die door de machine kunnen
worden uitgeworpen.
• Waarschuwing – Brandstof is zeer
ontvlambaar.
– Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of
blikken die daar speciaal voor bedoeld zijn.
– Vul de brandstoftank nooit binnenshuis;
tijdens het bijvullen niet roken.
– Vul zo nodig brandstof bij voordat u
de motor aanzet. Nooit de dop van de
brandstoftank verwijderen of brandstof
bijvullen als de motor loopt of heet is.
– Probeer de motor niet te starten als
er brandstof is gemorst. Verwijder de
machine dan uit de buurt van de plek waar
is gemorst, en voorkom elke vorm van open
vuur of vonken totdat de brandstofdampen
volledig zijn verdwenen.
– Zorg voor een goede bevestiging van
afsluitdoppen van brandstoftanks en
-blikken.
• Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.
• Controleer de messen, bevestigingsbouten
en het maaimechanisme altijd op sporen van
slijtage of beschadiging voor het gebruik.
Vervang versleten of beschadigde messen en
4