MODE Toets
Modus AUTO
Modus COOL
AANWIJZING
Het is aan te bevelen de
waarde, de theoretische
temperatuur maximaal 6 °C
onder de buitentemperatuur
in te stellen, de automatische
ventilatorsnelheid en de
functie Swing te gebruiken.
Druk de toets MODE in, wanneer U naar een andere modus wil wisselen. Ter
beschikking staan 5 modussen:
1. AUTO
Automatische modus, automatische keuze van koel-
of verwarmingswerking
2. COOL Koelmodus, overwegend zomerwerking
3. DRY
Ontvochtigingsmodus, zomer- of winterwerking
4. FAN
Omgevingsluchtmodus, geen afgave van koel-
of verwarmingprestatie
5. HEAT
Verwarmingmodus, overwegend winterwerking
MODE
MODE
Druk een- resp. meermaals de toets MODE in om naar de automatische
modus te wisselen. In deze modus kiest de regeling, afhankelijk van
de temperatuur, zelfstandig de COOL of HEAT modus en houdt de
ingestelde temperatuurwaarde constant.
De FAN-instelling dient op AUTO ingesteld te worden.
TEMP
MODE
Druk een- resp. meermaals die toets MODE in om naar de koelmodus
te wisselen. Gebruik deze modus om de kamerlucht op de gewenste
theoretische temperatuur af te koelen.
Stel de gewenste kamertemperatuur in door indrukken van de toetsen
TEMP p / q in 1 °C stappen. Ligt de kamertemperatuur 1 °C boven de
gewenste temperatuur en staat voldoende koelmedium ter beschikking,
begint het binnentoestel daardoor de kamerlucht af te koelen. Wordt de
ingestelde kamertemperatuur met ca. 0,5 C° onderschreden, schakelt de
regeling de koeling af.
MODE
MODE
Ingestelde temperatuur ligt
KOELEN
onder de kamertemperatuur
of
Ingestelde temperatuur ligt
VERWARMEN
boven de kamertemperatuur
MODE
KOELBEdRIJf
9