Modus HEAT
AANWIJZING
Het is aan te bevelen de
theoretische temperatuur in te
stellen op tot maximaal 28 °C,
de maximale ventilatorsnelheid
en de onderste lamelleninstelling
teb gebruiken.
NETWORK Toets
SLEEP Toets
Druk een- resp. meermaals die toets MODE in om naar de verwarming-
modus te wisselen. Gebruik deze modus om de kamerlucht op de gewenste
theoretische temperatuur te verwarmen. De ventilator start pas bij het
bereiken van een lamellentemperatuur van 38°C.
Stel de gewenste kamertemperatuur in door indrukken van de toetsen
TEMP
/
in 1 °C stappen. Ligt de kamertemperatuur 1 °C onder de
gewenste temperatuur, wordt de verwarmingswerking geactiveerd. Wordt
de ingestelde kamertemperatuur met ca. 1 C° overschreden, schakelt de
regeling de verwarmingswerking af.
MODE
De toets NETWORK is zonder functie.
Na indrukken van de toets SLEEP verschijnt het symbool in het display
en de kamertemperatuur wordt 30 minuten na de start van deze functie
met 0,5 °C in koelmodus verhoogd en in verwarmingsmodus verlaagd.
Na een verdere 30 minuten wordt de kamertemperatuur met 1 °C
in koelmodus verhoogd en in verwarmingsmodus verlaagd. Na een
verder uur wordt de kamertemperatuur constant op 2°C in koelwerking
boven en in verwarmingswerking onder de aanvankelijke theoretische
temperatuur gehouden. Deze temperatuur wordt constant aangehouden.
Beëindigd wordt deze functie door indrukken van de toets POWER resp.
SLEEP. Het symbool in het display verdwijnt.
KOELBEdRIJf
VERWARMINGSWERKING
VERWARMINGSWERKING
SLEEP
SLEEP
SLEEP
SLEEP
11