Opstelling binnen gebouwen
Zorg voor een toereikende
■
warmteafvoer, wanneer het
buitendeel in de kelder; op
het dak, in een kamer ernaast
of in hallen opgesteld wordt
(afbeelding 5).
Installeer een extra
■
ventilator, die over dezelfde
luchtvolumestroom beschikt als
deze van de in de kamer van
het op te stellen buitendeel en
de eventuele extra drukverlies
door luchtkanalen kab
compenseren (afbeelding 5).
Minimumvrije ruimte
De minimum vrije ruimte dient te worden voorzien vooronderhouds-
en herstellingswerkzaamheden en onder andere voor de optimale
luchtverdeling.
Minimum vrije ruimte
300
300
300
SV 261 AT
A
B
C
D
E
200 mm
Waarborg een continu
■
ongehinderde luchttoevoer
van buiten, zo mogelijk door
tegenover elkaar liggende,
voldoende grote lucht-
openingen (afbeelding 5).
5
Opstelling binnen gebouwen
Warmlucht
Licht-
schacht
Luchtinlaat
300
D
300
A
Alle aanduidingen in mm
SV 351 AT
SV 521 AT
100 mm
700 mm
400 mm
100 mm
400 mm
■
Extra
ventilator
Warme lucht
Buitendeel
Olieterugstroommaatregelen
wordt het buitendeel op een
hoger niveau geplaatst dan het
binnentoestel, dienen gepaste
olieterugstroommaatregelen
getroffen te worden. Dit gebeurt
in de regel door het maken van
een oliehefboog, die elke 2,5
E
stijgende meter dient geïnstalleerd
te worden.
Olieterugstroommaatregelen
C
Luchtuitlaat
B
Oliehefboog in de
zuigleiding naar het
SV 681 AT
150 mm
900 mm
150 mm
600 mm
Hou U aan de statische en
speciale bouwtechnische
voorschriften en voorwaarden
met betrekking tot gebouwen
en voorzie ev. een
geluidsdemping.
Koude
frisse lucht
Licht-
schacht
Buitendeel
buitendeel
1 x elke 2,5
stijgende meter
Radius:
50 mm
Binnentoestel
19