Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

REMKO SV Series Bedieningshandleiding pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

functiecontrole en
testloop
Controle van de volgenden
punten:
Dichtheid van de
koelmiddelleidingen.
Gelijkmatige loop van
compressor en ventilator.
Afgave koude lucht aan
binnentoestel en verwarmde
lucht aan buitendeel in
koelwerking.
Functiecontrole van het
binnentoestel en alle
programmaaflopen.
Controle van de
oppervlaktetemperatuur van de
zuigleiding en doorgave van de
verdamperoververhitting.
Hou voor de temperatuurmeting
de thermometer aan de
zuigleiding en trek van de
gemeten temperatuur, de
aan de manometer afgelezen
kookpunttemperatuur af.
Documentatie van de
gemeten temperatuuren in
indienstnameprotocol.
Functietest van werkingsmodus
koelen en verwarmen
1. Neem de afsluit-
kappen van de ventielen.
2. Begin de indienstname, waarbij
U de afsluitventielen van het
buitendeel kortstondig opent,
tot de manometer een druk van
ca. 2 bar aangeeft.
3. controleer de dichtheid van
alle gemaakte verbindingen
met lekzoekspray of geschikte
toestellen.
4. Heeft U geen lekken
vastgesteld, open de
afsluitventielen door draaien,
in tegenwijzerzin, met een
zeskantsleutel tot aan de
aanslag. Werden ondichtheden
vastgesteld, dient de foutieve
verbinding opnieuw gemaakt
te worden. Een nieuwe
vacuümcreatie is beslist vereist!
5. schakel de architectonische
hoofdschakelaar resp. de
zekering in.
6. schakel het toestel via de
afstandsbediening in en kies
de koelmodus, maximaal
ventilatortoerental en laagste
theoretische temperatuur.
7. Meet alle vereiste waarden,
draag deze over in het
indienstnameprotocol
en controleer de
veiligheidsfuncties.
8. controleer de toestelsturing met
de in hoofdstuk „bediening"
beschreven functies. timer,
temperatuurinstelling,
ventilatorsnelheiden en het
omschakelen in de verluchtings-
resp. ontvochtigingsmodus.
9. Controleer de werking vqn
de condensleiding, waarbij
U gedistilleerd water in de
condenskuip giet.
Het is aan te bevelen hiervoor
een bekfles te gebruiken, die het
water in de condenskuip kan
voeren.
10.schakel het binnentoestel in de
koelmodus.
11.Controleer tijdens de
testloop alle regel-, stuur- en
veiligheidsinrichtingen op
werking en correcte instelling.
12.Controleer de toestelsturing
van het binnentoestel
aan de hand van de in de
bedieningshandleiding
beschreven functies.
Timer, temperatuurinstellingen
en alle modusinstellingen.
13.Meet de oververhitting,
buiten-, binnen-, uitlaat- en
verdampingstemperaturen en
draag de meetgegevens in het
indienstnameprotocol over.
14.schakel het binnentoestel in de
verwarmingmodus.
15.Controleer tijdens de testloop
alle hiervoor beschreven
veiligheidsinrichtingen op
werking.
16.Draag de meetgegevens in het
indienstnameprotocol over.
17.verwijder de manometer.
Let op het voorhanden zijn
van de dichtingen in de
afsluitkappen.
Afsluitende maatregelen
Monteer alle gedemonteerde
delen.
Werk de gebruiker in de
installatie in.
AANWIJZING
Controleer de dichtheid
van de afsluitventielen
en ventielkappen na elke
ingreep in de koelkring.
Gebruik ev. overeenkomstig
dichtingsmateriaal.
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sv 261Sv 351Sv 521Sv 681

Inhoudsopgave